“Den Helder is zo lelijk”, ik ontmoette maar weinig mensen die deze mening niet toe waren gedaan. Maar een stad met een prijswinnende bibliotheek en schouwburg, en bovendien een stad die met aan drie kanten water en ik quote: ‘nergens zo mooi in het landschap ligt’, dat kan geen lelijke stad zijn, toch? Den Helder is een stoere stad, een maritieme stad, een stad met veel groen, maar ook een stad waar een bewogen oorlogsgeschiedenis en de snelle wederopbouw die daarop volgde lang zichtbaar waren en soms nog zijn. Den Helder is ongrijpbaar: ze laat zich maar moeilijk in een keurslijf drukken of vangen in structuren en tradities. De laatste jaren wordt er in Den Helder hard gewerkt aan het mooier maken van de stad. In de vierde aflevering van ‘Den Helder, helemaal het einde’ gaan we op zoek naar die nieuwe lichting ‘mooi’ en zoeken uit of het überhaupt wel belangrijk is om mooi te zijn.
Ons leven in Den Helder is met het overlijden van boxer Momo verdrietig gestart. Het jaar 2020 beloofd een gelukkig jaar te worden met de komst van boxer Oele. Op 30 januari is het zover: een pup halen. We merken dat we al heel lang geen pup in huis hebben gehad en bereiden ons op het ergste voor…
Dat voorbereiden begint met hekwerk.
Er wordt extra hekwerk in de tuin aangebracht en wel zo dat het later op de Leijloop weer te gebruiken is. Ook in huis beschermen we wat ons dierbaar is met hekjes. En dan is het vooral zelfbescherming voor een ondernemende pup, zoals stoeltjes waar ze af kan vallen en planten waar ze ziek van kan worden. Kortom: we zijn Oele-proof!
Later blijkt dat Oele eigenlijk een heel lief en gevoeglijk hondje is: één keer een duidelijk ‘nee’ is (bijna altijd) genoeg om haar van planten en stoelen te houden. Behalve van het bed. Dat is tot op de dag van vandaag dé plek om lekker rustig en uitgestrekt te slapen. Dat hebben we vooral aan onszelf te danken, beseffen we. Want ja: ze heeft de eerste dagen (lees: weken) knus naast ons in bed geslapen.
Dat Oele slim is hebben we ook gemerkt: na een ‘opvoedpoging’ wat betreft het slapen (en spelen) op bed kom ik haar op een gegeven moment druk in de weer tegen met… ons dekbed! Ze moet hebben bedacht dat het liggen op ons dekbed wél zou moeten mogen als alles in haar mand ligt…
We kunnen niet klagen over doorwaakte nachten met een luid gillende pup, poep komt al snel keurig in de tuin terecht en de fout gedropte plasjes zijn ook te overzien.
We beseffen ons dat we een gouden pup in huis hebben. Behalve als ze voor de honderdste keer in onze armen of tenen bijt. Want dat is wel een dingetje; het gelukskoordje om mijn pols blijkt het állerleukste speeltje ter wereld te zijn. Helaas zit die zelfde pols nog wel eens in de weg als er vrolijk naar het bandje gehapt wordt… au!
We vonden het wel toepasselijk om ze met elkaar te laten kennismaken in onze ‘nieuwe tuin’. We weten dat Canny een ‘eerlijke’ hond is, ook met pups. En toch he… toch vinden we (lees: Marina vooral 😉 ) het eng.
De kennismaking met Canny is nog wel een dingetje. Haar hele leven is zij eigenlijk ‘de pup in huis geweest’ en we hebben gemerkt hoe ze genoot van het leven als ‘hond alleen’. Ze vindt de nieuwe indringster niet echt een gouden greep. Ze gromt en grauwt bij iedere toenadering. Maar, als het er op aankomt: kom niet aan die rot pup want het is nog altijd háár rotpup!
En voor we het weten slapen ze met elkaar in de mand. Wie kan Oele nu niet weerstaan?
We komen te wonen aan de Leijloop
Je zou het bijna vergeten, maar onze straat mag dan wel in ons hoofd bestaan, ‘in het echt’ is het niet meer dan een schelpenpaadje. De straatnaam en de postcode moeten nog worden vastgesteld. In de hele buurt hebben de straten een naam van een Noord Brabantse rivier of iets anders waterigs. In de wandelgangen horen we namen vallen als Almpad, Runpad, Achterpad en Leijloop. Ik ben zo blij als we horen dat we aan de Leijloop komen te wonen! En de postcode is helemaal leuk: GideonMarina. De Leijloop is een heel klein kreekje in Noord Brabant. We hebben nog steeds het plan om er ergens in de buurt een weekendje onze tent op te slaan.
Maar we wonen er nog niet, en langzaam maar zeker beginnen we ons te realiseren dat het proces veel langer duurt dan iedereen graag wil. We zijn, als het gaat om klein wonen en weinig bezit, echt het wiel aan het uitvinden. Soms word ik er moedeloos van en bedenk me dat we ook nu prachtig wonen. Niet op de plek waar we het allerliefste willen wonen, maar… het is eigenlijk prima.
Met uitzicht op het natuurgebied Mariëndal genieten wij (en de honden) iedere dag van de natuur dichtbij. Het gelach van de mensen die vanuit de Helderse Vallei met kano’s proberen om een rondje door het prachtige natuurgebied en de stad te peddelen, de lichtroute met prachtige lichtkunst en de 3D streetart in het centrum.
Den Helder saai? hahahahahhaa!
In het volgende blog:
Ook nu blijkt ‘het verre noorden’ ook een veilige thuishaven te zijn; als stad ontspringen we de dans niet, maar wat betreft Corona blijft het betrekkelijk rustig. Het is opmerkelijk hoe iedereen zich aan de regels probeert te houden. 5 mei, dodenherdenking, zal ik niet licht vergeten. De vlag in de tuin halfstok, de sonos installatie in de vensterbank en onze buren allemaal in en rond onze achtertuin om de minuut stilte samen te beleven.
Wil je dit blog (en al de komende blogs) niet missen? Dan schrijf je je nu meteen in en sturen we iedere week (als er nieuws is) een blog rechtstreeks je mailbox in. Voor jou zit er natuurlijk ook een voordeeltje aan: de uitnodigingen voor bezichtigingen en activiteiten vanuit de Falgatuinen sturen we je ook via deze weg!
En dan nog even dit…
Langskomen tijdens de bouw of als ons huis klaar is? Je kunt je inschrijven voor de blogs; dan sturen we je ieder nieuw blog automatisch toe! Als we gesetteld zijn komt de uitnodiging om te kijken óók via die weg. Een extra reden om je gegevens achter te laten! Inschrijven doe je op de website, onderaan het blog… 😉
Meteen regelen? Dat kan ook: https://emm86806.activehosted.com/f/236
De Stelling van Den Helder was en is van groot belang voor de stad, voor mijn stad. Het verdedigingswerk – zes forten, schootsvelden, verschillende bouwwerken en een liniedijk om het geheel aan elkaar te rijgen – werd door Napoleon aangelegd om de strategisch gelegen stad vanaf het land te beschermen.
Vijf kilometer aan spannende, tot de verbeeldingsprekende en goed bewaarde geschiedenis en ik had tot voor kort geen enkel idee. Echt, geen flauw benul.
Ja, natuurlijk wist ik van de forten en de bunkers. Als kind plukte ik samen met mijn vader bramen rond de betonnen bouwwerken en herinner ik me dat delen van de Stelling – die we zo helemaal niet noemden, trouwens – werden gebruikt als opslag of muzikale oefenruimte. Lekker ver weg van de bewoonde wereld was het, niemand die last had van de herrie van bandjes die ophielden te bestaan voordat ze het podium bereikten. Fort Kijkduin was geen fort, niet echt. Als je mazzel had vierde je hier eens in de zoveel tijd een kinderfeestje en later wees je een verdwaalde Duitser regelmatig de weg naar dit indrukwekkende bouwwerk. Maar de Stelling waarderen om haar betekenis? Nee, daarvoor was het te veel onderdeel van m’n dagelijkse bestaan.
Ook vandaag de dag is de Stelling gek genoeg nog een van de best bewaarde geheimen van Den Helder. Gek eigenlijk, want je kunt je helemaal bij de kladden laten grijpen door dit bijzondere verdedigingswerk. Precies wat we gaan doen, in aflevering drie van ‘Den Helder, helemaal het einde’.
Je kunt via Spotify de afleveringen meteen beluisteren. Meer over Florine en Thijs, de makers >>
Klein wonen, lage kosten, weinig of geen bezit, tijd en ruimte voor dat wat we in de laatste jaren van ons werkzame leven willen doen: zorg verlenen op een persoonlijke en betrokken manier.In deze tijd hebben we de banken als enorm coöperatief ervaren bij het zoeken naar mogelijkheden bij zo’n nieuw woonconcept.
Maar, als we nu, een jaar later terugkijken, kunnen we ook niet anders zeggen dat we in dit proces ook stap voor stap verder komen te staan van het oorspronkelijke idee; geen of weinig hypotheek. Het idee over klein wonen staat nog steeds fier overeind, de financiën worden wel anders.
Dat is geen klacht trouwens. Samen met de gemeente en de woningstichting ontdekken we gaandeweg dat we met elkaar in een project zijn gestapt waar je regelmatig ‘de bakens moet verzetten’. Dat geldt niet alleen voor ons maar voor alle ‘FalgaBuren’ die met ons in dit project gestapt zijn. Alle buren ervaren – ieder op een eigen manier – dat het niet altijd gaat zoals je gedacht of gepland had. Omdat wet- en regelgeving je ideeën doorkruist, omdat je een ander beeld had bij het ‘Tiny Leven’ of omdat bijvoorbeeld je vergunning niet zomaar afgegeven wordt of zelfs teruggetrokken tijdens de bouw.
Wat ons betreft zijn het eigenlijk alleen de financiën die het extra spannend maken. Onze omgevingsvergunning lag ruim binnen 6 weken op de digitale deurmat. Dit tot onze grote verbazing trouwens; in ons achterhoofd hadden we rekening gehouden met veel mailverkeer heen en weer en misschien zelfs aangepaste tekeningen die ingediend zouden moeten worden. Niets van dat alles: onze architect Vincent van Leent en de constructeur Co van den Brink hebben samen geweldig werk geleverd.
Het offertetraject is nu nog in volle gang, dat krijg je als een vergunning zo snel gegeven wordt: de tijd die je denkt te hebben om rustig te gaan rekenen wordt op een prettige manier doorkruist.
Wat betreft die offertes zijn we blij met alle meedenkende mensen; Vincent, onze architect die over onze schouder meekijkt maar ook de aannemers die we benaderd hebben. Al heel snel komen we met elkaar tot de conclusie dat een Tiny House bouwen op veel fronten niet heel erg onder doet voor de bouw van een ‘gewoon’ huis. Als je niet uitkijkt zeker wat betreft de kosten.
Gelukkig hoort ‘zelf aan de slag gaan’ ook bij het concept Tiny House. Al moeten veel toeleveranciers daar nog aan wennen; inmiddels zijn we wel gewend geraakt aan het ontvangen van een offerte waar ook de zaken die we zelf gaan doen nog vrolijk vermeld staan als onderdeel van de uit te voeren werkzaamheden…
En over ‘zelf aan de slag gaan’ gesproken…
In samenspraak met de beste bibliotheek ter wereld, want die hébben ‘we’ in Den Helder gewoon, geef ik een inkijkje over onze weg van de eerste overwegingen om in een Tiny House te gaan wonen tot aan de verhuizing naar Den Helder. Dit klinkt heel kort: huis verkopen, spullen pakken en op een andere plek weer uitpakken. Onze volgers weten inmiddels dat er tussen ‘huisverkopen’ en ‘spullen pakken’ fiks is ‘ontspuld’; ruim 80% van onze huisraad is niet meegaan met de verhuisauto.
Gelukkig maar… want tijdens de verhuizing… ging de verhuiswagen kapot!
In het volgende blog:
Ons leven in Den Helder is met het overlijden van boxer Momo verdrietig gestart. Het jaar 2020 beloofd een gelukkig jaar te worden met de komst van boxer Oele. Op 30 januari is het zover: een pup halen. We merken dat we al heel lang geen pup in huis hebben gehad en bereiden ons op het ergste voor…
De eerste weken in Den Helder waren, hoe zeg ik dit kort… Die waren hartverwarmend!
Een mooi voorbeeld is het verhaal over onze luxaflex.
De buurvrouw die zo gehoopt had dat zij, na vertrek van de vorige bewoner, in ons huis zou kunnen wonen. Met hartklachten en inmiddels op leeftijd werd de klim naar drie hoog haar teveel. Van de vorige bewoner had ze alvast de op maat gemaakte luxaflex gekregen. Vanwege de vraagtekens of er nog permanent in deze huizen gewoond zou kunnen gaan wonen werd ze afgewezen. Bij het zien van ons gepruts met tijdelijke raambekleding (waarom zou je voor een paar maandjes nieuwe luxaflex aanschaffen?) stond ze samen met Rocky, haar hond, op een mooie zondagmiddag in de achtertuin. ‘Zo kan dat niet hier!’ En nogal streng werd Gideon meegetroond naar haar kelderbox en werd de luxaflex in zijn handen geduwd. Inmiddels is Rocky de eerste grote liefde van onze pup Oele…
Met het noemen van Oele komen we bij een verdrietige gebeurtenis, in de eerste dagen van ons Helderse avontuur. Twaalf dagen na onze verhuizing hebben we afscheid genomen van Momo, onze oudste boxer van 13 jaar. Ooit hebben we haar gekregen na heel veel verdriet en tegenslag. Het was dus niet alleen afscheid nemen van haar maar ook al het oude zeer kwam nog even langs. Ook hier hebben we de buren leren kennen als lief en zorgzaam. We kenden amper iemand, op ons rijtje maar één voor één kwamen de buren langs ons tuinhek om te vertellen hoe verdrietig ze dit afscheid voor ons vonden. Deze warmte heeft een enorme indruk gemaakt en is voor ons bepalend geweest voor onze eerste indruk van de Den Helder en haar bewoners.
We hebben nog zo’n voorbeeld: een auto die midden op een kruispunt besluit om er mee te stoppen. Allereerst een agent die meteen helpt om onze bus in de middenberm te rijden. Daarna verschillende automobilisten die komen vragen of ze kunnen helpen. Er waren zelfs mensen die ons eten kwamen aanbieden; panne met je auto rond etenstijd, dan moet je wel trek hebben… Nog een voordeel van deze situatie: we maken meteen kennis met een aardige garagehouder.
In de eerste veertien dagen is er nog meer duidelijk geworden; een verplaatsbaar Tiny House gaat net zo veel kosten als een permanent gebouwd Tiny House. Tel daarbij op dat het bouwen ‘op de grond van een ander’ (huurgrond) automatisch betekent dat het bouwwerk direct vervalt aan de grondeigenaar, dan snap je natuurlijk dat we volmondig ‘ja’ hebben gezegd op het aanbod om de 32m2 van ons huis te kopen.
Deze ommezwaai betekent dat we contact opnemen met een architect om ons huis officieel te laten ontwerpen. We moeten er om lachen: je begint met een klein plan en binnen een paar maanden sta je aan de basis van ‘een huis onder architectuur gebouwd’.
In het volgende blog:
Klein wonen, lage kosten, weinig of geen bezit, tijd en ruimte voor dat wat we in de laatste jaren van ons werkzame leven willen doen: zorg verlenen op een persoonlijke en betrokken manier. In deze tijd hebben we de banken als enorm coöperatief ervaren bij het zoeken naar mogelijkheden bij zo’n nieuw woonconcept.