Het was helemaal uitgezocht; het enige merk gasfornuis dat gaspitten én een gasoven levert hadden we gevonden: Beko. Hádden, want tot onze grote schrik hoorden we vandaag dat dit type niet meer gefabriceerd wordt door deze leverancier. Expert Breezand, de winkel die ons fornuis zou gaan leveren heeft er echt alles aan gedaan om te kijken of er niet nog ergens een winkeldochter in het land staat.
De zoektocht naar een gasfornuis met gasoven is dus weer geopend. In één geheel of een gasfornuis en gasoven los. Mocht je onverhoopt een tip hebben: we houden ons aanbevolen.De ‘eisen’: minimaal 4 pitten en de mogelijkheid om later om te kunnen zetten naar propaangas. We gaan dus eerst op ‘gewoon’ gas koken in ons tijdelijke huis.De merken Pelgrim, AEG, Smeg, Etna, Siemens, Ignis, Candy en alles van Ikea vallen af: daar heb ik de klantenservice al uitgebreid van gesproken… De meeste gasfornuizen met gaspitten hebben een elektrische oven. En dat laatste is dus niet onze bedoeling (daar hebben we met zonnepanelen in de winter niet genoeg elektriciteit voor).
Een ‘campingoplossing’ is voor ons ook geen oplossing; deze fornuizen zijn niet in te bouwen in een ‘gewone’ keuken. Daarbij: leven in een Tiny House is geen glamping De vaste leverancier voor veel Tiny Houses, de Pittenspecialist, heeft helaas ook geen fornuis meer in het assortiment.
Kortom: we moeten op zoek.
5 augustus 2021: aangepast bericht: via vrienden hebben we dit fornuis in Frankrijk kunnen kopen; inclusief het CE-keurmerk dat voor Nederland (en je verzekering!) noodzakelijk is.
Als je niet uitkijkt, dan heb je het met ontspullen vooral over alle dingen die je niet meeneemt, over wat je weggeeft of weggooit. Terwijl dit hele proces natuurlijk gaat over de zaken die waardevol zijn en wél meegaan.
Dus… wat gaat er wél mee?
Maak kennis met Mannetje.Mannetje is inmiddels de 50 ruim gepasseerd en heeft alle ups en downs in het leven meegemaakt.Mannetje was er toen ik mijn wankele eerste stappen deed, mannetje was er toen ik voor het eerst naar de kleuterschool ging, naar de grote school en mannetje was er, op de achtergrond, zelfs bij toen ik naar de middelbare school ging, verhuisde mee naar een studentenwoning, ging mee bij het samenwonen en mannetje was er ook bij toen ik een samengesteld gezin stichtte.
Lang heeft Mannetje zijn leven in een koffertje doorgebracht; hij was er wel maar op de achtergrond. Sinds een paar jaar heeft hij zijn eigen plek gekregen en is hij in een glazen lijstje gehesen. Omdat mooi en goed niet altijd hand in hand gaan en omdat sommige herinneringen wél zichtbaar kunnen en moeten zijn. Tenminste, dat zegt Marina.
Mannetje gaat mee naar het Tiny House. Waarschijnlijk staat hij de komende jaren in een hoekje. Om vanaf daar de volgende stappen in het leven mee te maken. Kinderachtig? Ach… Als man kun je wel stoer blijven doen. In ons is er altijd dat kleine jongetje.
Een versie van dat kleine jongetje staat in een glazen huisje.
In Castricum laten we niet alleen de herinneringen van ons, als gezin, achter. De ‘band’ met Castricum gaat voor Gideon veel verder terug. Sterker nog: zonder het onderduikadres van zijn vader, hier in Castricum was hij er misschien niet eens geweest.
Bij het lezen van de originele briefjes van de huisarts, de burgemeester en bij het in handen hebben van een persoonsbewijs of een bidprentje van iemand uit het verzet die gefusilleerd is… Opeens komt die tweede wereldoorlog wel heel dichtbij en speelt de zin uit het liedje van Claudia de Breij door mijn hoofd ‘als de oorlog komt, mag ik dan bij jou?’
Gideon heeft al dit materiaal overgedragen aan stichting Werkgroep Oud Castricum.
Als je niet uitkijkt, dan heb je het met ontspullen vooral over alle dingen die je niet meeneemt, over wat je weggeeft of weggooit. Terwijl dit hele proces natuurlijk gaat over de zaken die waardevol zijn en wél meegaan.
Dus… wat gaat er wél mee?
Roodborstje tikt tegen ’t raam, tik, tik, tik. Laat mij erin, laat mij erin. ’t Is hier te guur en te koud naar mijn zin. Laat mij er in, ja er in.
’t Meisje deed open en strooid’ op haar schoot. Kruimeltjes suiker en kruimeltjes brood. Dat was het roodborstje wel naar de zin Vloog toen het bos maar weer in.
Hoe vaak mijn oma dit voor mij gezongen heeft… ik weet het niet. Ik kan me nog goed herinneren dat ik haar, zelf nét moeder, weer vroeg om het voor mijn baby te zingen. Stiekem zong ze het natuurlijk vooral voor mij…Dat ze dit in de gaten moet hebben gehad blijkt wel uit wat ze daarna vertelde. Oma, die niet zo van ‘het zweverige was, zei opeens ‘iedere keer als je twijfelt in je leven en je ziet een roodborstje, denk dan maar even aan mij en weet dat het allemaal goed komt en je de juiste besluiten hebt genomen’.
En zo gaat het tot op de dag van vandaag, tientallen jaren na haar overlijden: als ik Grote Vragen in mijn leven heb, kijk ik altijd uit naar zo’n klein, tweepotig springertje in mijn tuin. Jaren hebben we een ‘vast’ roodborstje in de tuin gehad en, je gelooft het of niet; iedere keer dat ik grote beslissingen in mijn leven aan het nemen was, dan zagen we hem of haar hupsen langs de heg.
De eerste keer dat we naar ons kavel in Den Helder gingen kijken… Een roodborstje op een tak.
Dit beeldje heb ik niet van mijn oma gekregen maar van een vriendin. Na het horen van dit verhaal was dit een verjaardagscadeautje; omdat ze me geluk wenste, ieder dag. Daarom een roodborstje voor in huis, op een plank. Helaas is de vriendschap inmiddels voorbij maar dit kleine beeldje is voor mij door de jaren heen erg waardevol geworden. Het staat voor de lessen die ik van haar geleerd heb en belangrijk zijn tot op de dag van vandaag.
Bij het nemen van een belangrijke beslissing denk ik even aan haar en de wijze lessen, dan denk ik aan mijn oma en kijk ik naar buiten. En je raadt het al: heel vaak huppelt er dan een levend exemplaar langs en weet ik wat ik ga besluiten.
Als je niet uitkijkt, dan heb je het met ontspullen vooral over alle dingen die je niet meeneemt, over wat je weggeeft of weggooit. Terwijl dit hele proces natuurlijk gaat over de zaken die waardevol zijn en wél meegaan.
Dus… wat gaat er wél mee?
Twee vazen.
Waarvan er zelfs eentje een beetje beschadigd is. En toch gaan ze mee. Omdat ze staan voor een keuze die ik ooit gemaakt heb: loslaten van het hele systeem als het gaat om zorgverlenen en het ondersteunen van ouders met opvoedvraagstukken. Keuzes waar ik mijn beslissingen van vandaag nog steeds op baseer. Ik heb ze gekocht tijdens de eerste verhuizing van Stichting Mamma Weet Alles; een klein, plaatselijk projectje wat steeds groter en groter werd en uiteindelijk landelijk ging.
Op een gegeven moment was dit project zo groot dat het gezellig met elkaar werken in mijn huiskamer niet meer logisch was. Met een groep stagiaires en vrijwilligers zijn we gaan anti-kraken. De leukste tijd hebben we gehad in een pand dat met warmte niet koel te krijgen was en tijdens koude dagen niet warm werd. Met elkaar bouwen, onderzoek doen onder ouders van pubers, producten ontwikkelen voor ouders, de kracht van social media ontdekken…
Als ik naar deze twee vazen kijk ervaar ik de blijdschap weer die de lastige beslissingen uit die tijd me hebben gebracht. Hoe we nieuwe paden bewandelden, met een aanstekelijk optimisme. Deze blijdschap zal dichtbij het ‘blij’ komen zoals Marie Kondo bedoelt met ‘sparkling joy’.
Die blijdschap neem ik mee terwijl ik weet dat er zo maar een moment kan komen dat ik besluit dat ook deze vazen een nieuwe plek moeten gaan krijgen…